Verkeersboetes worden niet ingezet om de verkeersveiligheid te vergroten, maar gebruikt om de schatkist te spekken. Dat verwijt de ANWB het kabinet.
Volgens de bond, die dit schrijft in een brief aan de Tweede Kamer, is er geen duidelijke relatie tussen boetes en verkeersveiligheid en zijn de inkomsten uit verkeersboetes de afgelopen jaren stelselmatig verhoogd.
Uit onderzoek van de ADAC (de Duitse variant van de ANWB) bleek begin deze maand dat Nederland er vooral ten opzichte van Duitsland, Frankrijk, België en Engeland enorm uitspringt met de hoogte van boetes.
Zo is de boete voor niet handsfree bellen in de genoemde landen 40 (Duitsland), 135 (Frankrijk), 100 (België) en 75 euro (Engeland) en bij ons liefst met 230 euro. Inhalen bij een inhaalverbod kost bij ons 220 euro en in de eerder genoemde landen respectievelijk 30, 135, 150 en 70 euro.
Stelsel van boetes onder de loep
In 2013 bedroegen de inkomsten uit verkeersboetes 1 miljard euro, zo stelt de bond maandag. De ANWB vraagt zich af hoe deze “voortdurende verhogingen bijdragen aan de verkeersveiligheid. Het aantal staandehoudingen neemt bovendien af en de relatie tussen de hoogte van de boetes en de ernst van de overtreding wordt steeds onduidelijker”.
De ANWB wil dat minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie het huidige stelsel van verkeersboetes onder de loep neemt. Menig weggebruiker ervaart een bon niet als een correctie op verkeerd gedrag, maar als een vervelende bijkomstigheid, zo weet de bond.
Volgens de bond zouden verkeersboetes een logische relatie moeten hebben met de ernst van de overtreding, zou er gerichter moeten worden gehandhaafd en moet de acceptgiro binnen 24 uur op de mat vallen.
Lees ook
Verkeersboetes weer omhoog: 'weggebruiker is melkkoe om staatskas te spekken'
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl